Aan de kade van Damen Oranjewerf is hard gewerkt aan werkzaamheden boven de waterlijn. Behalve de drie masten zijn ook de ra’s van de ‘Amsterdam’ vernieuwd. Tegelijkertijd zijn bij Heko Spanten in Ede onder meer de ondermasten en stengen geconstrueerd. Omdat masten van aanzienlijke lengte niet meer uit één stuk komen, zijn ook de masten van dit museumstuk samengesteld uit losse aan elkaar gelijmde houten delen. Totdat een lengte van circa 60 meter werd bereikt. De eerste mast, de bezaansmast met kraaiennest tableau, zijn inmiddels geplaatst.
Munten onder de mast
Conform een oude scheepvaarttraditie legde Michael Huijser, directeur van Het Scheepvaartmuseum, een rijksdaalder, gulden, dubbeltje en vijf centstuk onder de grote mast. Die geluksmunten lagen er 30 jaar geleden ook al onder zijn voorganger.
Aanpak grondiger door lockdown
In de resterende weken wordt de ‘Amsterdam’ verder opgetuigd, waarna het schip in april weer terugkeert aan de steiger naast Het Scheepvaartmuseum. Door de uitbraak van het coronavirus moest het museum tijdelijk de poorten sluiten en dat kwam volgens Huijser goed uit. Het schip bleek er namelijk slechter aan toe dan gedacht. “We gebruiken de lockdown nuttig en hebben de restauratie nog grondiger aangepakt dan aanvankelijk het plan was. We hebben van de nood zogezegd een deugd gemaakt. Zo is er meer schilderwerk uitgevoerd en zijn drie masten niet gerenoveerd maar compleet vernieuwd.”
Vierduizend kilo
De mast die afgelopen maandag in het schip is getild, weegt rond de vierduizend kilo. Het inhijsen is een precies karweitje, want hij moet door het gat op het dek precies terechtkomen in een onderdekse uitsparing.
Passen en meten
Het was een beetje passen en meten maar na wat geschuif kwam de mast op de goede plek terecht. “Zo’n nieuwe mast is toch altijd een dingetjes”, vertelt scheepstimmerman Jan Kuperus. “Je werkt ernaartoe en je zet een belangrijke stap in de opbouwfase. Als een schip weer een mast heeft wordt het weer een beetje een schip”.