De ‘toekomst’ deed in april de haven van Amsterdam aan. De Energy Observer mag dan ogen als een ruimteschip uit de Star Wars-films, ’s werelds eerste waterstof producerende schip is geen snelheidsmonster. Zijn gemiddelde snelheid is 4,5 knopen, ruim 8 kilometer per uur. Daarmee kan de Franse catamaran ‘op de motor’ een binnenvaartschip van 800 ton op de Rijn net bijhouden. Twintig jaar geleden won het schip onder andere namen internationale zeilwedstrijden.
De Energy Observer doet de hoofdstad aan in een reis rond de wereld die het schip naar 101 bestemmingen in vijftig landen brengt. Doel van de zes jaar durende odyssee is aandacht vragen voor waterstof als schoon en onuitputtelijk alternatief voor de diesel. Dat is de brandstof die nu nog de meeste motorschepen voortstuwt. Diesel maakt van de scheepvaart een grote bron van CO2 en fijnstof.
Internationaal is vorig jaar afgesproken om de mondiale uitstoot van CO2 per schip in 2030 met 40 procent terug te dringen ten opzichte van 2008. Dat ambitieuze doel staat in schril contrast met de internationale luchtvaart, die volgens critici te weinig doet om de doelstellingen te halen van het klimaatakkoord van Parijs van 2015.
‘Ik dacht altijd dat ik de frisse zeewind opsnoof toen ik op grote handelsschepen voer’, zegt Victorien Erussard, de initiatiefnemer en kapitein van de Energy Observer. ‘Maar ik had dus eigenlijk mijn hoofd in een grote gifwolk.’ Erussard besloot daarom in het voetspoor te treden van de Zwitser Bertrand Piccard, die enkele jaren geleden met een vliegtuig voortgedreven op zonne-energie de wereld rondvloog. Bood Piccards Solar Impulse een schoon en duurzaam alternatief voor de luchtvaart, de Energy Observer moet zo’n toekomst aantonen voor de scheepvaart.
Waterstoffabriekje
De catamaran van dertig meter lang en twaalf meter breed is daarvoor over vrijwel zijn gehele oppervlakte voorzien van zonnecellen. Die voeden de accu’s die de elektrische motor aandrijven. Daar heeft de boot niet genoeg aan. De stroom wordt ook gebruikt om een waterstoffabriekje aan boord te laten draaien. Via elektrolyse wordt uit zeewater waterstof gewonnen dat in brandstofcellen wordt omgezet in stroom voor de elektromotoren. De Energy Observer is het enige schip ter wereld dat met eigen geproduceerde waterstof wordt voortgedreven.
Erussard is de eerste om toe te geven dat de combinatie van zonne-energie en waterstof goed werkt voor zijn catamaran met zes opvarenden, maar voor grotere schepen nog een brug te ver is. Experts als Klaas Visser, oud-marine-officier en hoofddocent aan de TU Delft, beamen dat. ‘De hoeveelheid energie die met zo’n waterstoffabriek wordt geproduceerd is niet genoeg om aan de voortstuwingsbehoefte te voldoen. Dat geldt ook voor zonnepanelen.’ De grootste uitdaging is de opslagruimte die waterstof in gas- of vloeibare vorm vergt: ‘De opslagtanks die daarvoor nodig zijn, zijn veel groter dan we nu voor dieselolie gewend zijn.’