Debatleidster Esther van Rijkswijk loodsten samen met sidekicks Koen Overtoom (CEO Port of Amsterdam) en Kees Noorman (Directeur ORAM) de zes partijen door het debat. De middag die zowel fysiek in pakhuis de Zwijger als online te volgen was werd geprogrammeerd aan de hand van drie stellingen. Waar men bij een aantal stellingen, zoals over woningbouw of herverdeling/ intensivering van havenruimte of over de energiecongestie wel een duidelijk statement zou verwachten, bleef het debat hierover uit. Het debat ging zelfs als een nachtkaars uit, gaf Kees Noorman toe. Desalniettemin is tussen de regels door duidelijk liefde, soms een wat prille liefde, voor de haven te bespeuren. De haven hoort nu eenmaal bij de stad en de stad bij de haven. Daar waren alle vertegenwoordigers het mee eens.
Haven als grote werkgever
Als aftrap kregen de partijen 45 seconden de tijd om hen voor te stellen en in een notendop hun opinie van de haven te duiden. Volgens Diederik Boomsma (CDA) kan de stad Amsterdam gewoonweg niet zonder de haven. De transitie die de haven doormaakt is bewonderingswaardig. Ook Kune Burgers (VVD) en Danielle de Jager (D66) vertellen trots te zijn op de haven. Trots op haar leiderschap en visie voor de toekomst. Een ander belangrijk aspect voor de partijen Groenlinks, PVDA, FvD en SP is de enorme werkgelegenheid die de haven biedt voor de Amsterdammer. Een belangrijk onderwerp volgens Rutger Groot Wassink, Lian Heinhuis, Anton van Schijndel en Erik Bobeldijk. De haven is een grote werkgever voor de regio en dat moeten we blijven stimuleren.
Het debat gaat van start. Na iedere stelling worden kort de relevante quotes van de partijen gegeven.
STELLING 1 De ambities van de stad, op vlak van woningbouw en energietransitie vereisen meer ruimte voor de haven. Over deze eerste stelling gingen Rutger Groot Wassink (Groenlinks), Diederik Boomsma (CDA) en Danielle de Jager (D66) met elkaar in debat.
Groenlinks: ‘’De haven heeft niet meer ruimte nodig. We moeten meer nadenken over herindeling en effectiever omgaan met ruimte.’’
PVDA: ‘’Waar haal je de ruimte vandaan? We kunnen drie dingen doen: 1) Intensiveren 2) herindelen en 3) Het uitfaseren van fossiel en infaseren van non-fossiel (nieuwe economie) gelijktijdig doen.’’
CDA: ‘’De energietransitie kost nu eenmaal ruimte. De haven heeft ruimte nodig voor haar ontwikkelingen. Je kan havenbedrijven niet op elkaar stapelen.’’
Stelling 2: De congestieproblematiek vraagt om een wethouder energie (infra)
In debat gingen Rutger Groot Wassink (Groenlinks) Kune Burgers (VVD) en Lian Heinhuis (PVDA).
Groenlinks: ‘’Best goed om een wethouder te hebben, maar dit moet nationaal opgelost worden. De infrastructuur en de wetgeving moeten op de schop. Het ‘wie het eerst komt die het eerst maalt-beleid’ kan niet meer.’’
VVD: ‘’Ja, er is een goede wethouder met veel power nodig. Er moet serieus gekeken worden naar de congestieproblematiek en we moeten iets doen aan vraag versus aanbod.’’
PVDA: ‘We hebben al een wethouder die zich inzet voor deze kwestie. De overheid moet meer regie nemen.’’
Stelling 3: Juist vanuit de bestaande bedrijvigheid moet de Amsterdamse politiek de energietransitie in de haven faciliteren.
Het laatste debat werd gevoerd met Anton van Schijndel (FvD), Erik Bobeldijk (SP) en Kune Burgers (VVD)
VVD: ‘’De haven is belangrijk voor de samenleving, we moeten deze blijven behouden. We moeten de bedrijven tijd en compensatie geven.’’
SP: ‘’Betaalbare woningen en banen zijn voor ons belangrijk. Bedrijven die zich inzetten voor de energietransitie zijn welkom aan tafel.”
FVD: ‘’Onze partij is tegen de energietransitie. Schoon fossiel is goed genoeg. We kunnen gebruik blijven maken van aardgas. Investeer liever in beter onderwijs of de zorg.’’
Afsluiting & Slotwoord
Na een debat waar met name werd gesproken over de ruimte voor de haven en haar ambities kregen Port of Amsterdam directeur Koen Overtoom en Kees Noorman, directeur ORAM, het slotwoord. Een afsluiting met ook in het kader van de verkiezingen ook een boodschap voor de politieke partijen.
Kees Noorman, algemeen directeur van Ondernemersorganisatie Oram, pleit niet zozeer voor het uitfaseren van het gebruik van fossiele brandstoffen, maar eerder voor het infaseren van nieuwe energie. ‘Juist de bestaande bedrijven hebben innovatiekracht en investeringsvermogen om met nieuwe energie aan de slag te gaan, daar moeten we zuinig op zijn.’
Overtoom sluit af met een betoog dat er al ontzettend hard wordt gewerkt aan de transitie. ‘Dat zit ‘m in de ladingen, maar ook in het gebruik van bijvoorbeeld walstroom. De randvoorwaarde is de infrastructuur.’ Hij roept in het kader van de verkiezingen op om vooral buiten de stadsgrenzen te kijken en problematiek met de regio aan te pakken.