De drie partners hebben een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend, waarin zij aangeven om gezamenlijk grootschalige import- en opslagvoorzieningen voor waterstof op te zetten in de Amsterdamse haven. De voorzieningen zullen bestaan uit een grootschalige ontkoppelingsfabriek voor LOHC (dehydrogeneringsproces) met een capaciteit van zo’n 100-500 ton waterstof per dag en bijbehorende infrastructuur.
H2A-platform
Alle drie de partijen zijn medeoprichters van het H2A-platform, een platform dat zich richt op de ontwikkeling van de hele toeleveringsketen voor de import van groene waterstof via de haven van Amsterdam. De realisatie van een LOHC-importfaciliteit en een fabriek voor de grootschalige afgifte van waterstof vormt een belangrijke aanvulling op andere geplande waterstofactiviteiten in de haven. Daartoe behoren de ontwikkeling van de regionale en landelijk waterstofbackbone en diverse geplande projecten voor de productie van waterstof in het Noordzeekanaalgebied. In de volgende fase worden de vereisten op ruimtelijk, infrastructureel en financieel gebied verder onderzocht om de terminal tegen 2028 operationeel te hebben. Het streven is om 1 miljoen ton LOHC per jaar te importeren.
Na een haalbaarheidsonderzoek naar verschillende dragers van vloeibare waterstof zetten Evos, Hydrogenious en Port of Amsterdam nu de volgende stap om de unieke LOHC-technologie van Hydrogenious in de praktijk te brengen. Deze studie liet zien dat de LOHC-technologie een kansrijke oplossing is voor de haven van Amsterdam omdat LOHC kan worden ingepast in de bestaande infrastructuur. De terminals van Evos Amsterdam hebben kleine aanpassingen nodig voor de opslag en distributie van LOHC.
De waterstofdrager die door Hydrogenious wordt gebruikt, benzyltoluene (LOHC-BT), wordt al veel toegepast in de industrie als middel voor warmteoverdracht. Het heeft ook de ideale eigenschappen voor een veilige afhandeling in havens, omdat het een brandvertragende en niet-explosieve drager is met een hoge energiedichtheid. Er kan net zo mee worden omgegaan als met fossiele vloeibare brandstof binnen de bestaande infrastructuur. Na het dehydrogeneringsproces kan de drager vele honderden keren worden hergebruikt voor het binden van waterstof.
Dit unieke project is daarom een belangrijke stap in de ontwikkeling van pan-Europese waardeketens voor waterstof die verbonden zijn met de haven van Amsterdam en die het koolstofvrij maken van Europese industrieën versnellen.